Het rieten dak

Al vele millennia gebruikt de mens rieten daken om zich te weren tegen kou, wind en regen. Van de steentijd tot aan de renaissance was dit een heel veel voorkomende manier van daken bouwen. Riet heeft vele voordelen. Het biedt goede isolatie: het houdt de warmte binnen tijdens de winter en houdt deze juist buiten tijdens de zomer wanneer we het koel willen hebben in huis. Maar ook is het een makkelijk te krijgen materiaal. Het groeit op veel plekken en is goed te telen, waardoor het ook niet heel duur was toen iedereen het nog gebruikte. Maar toch is het in onbruik geraakt. De voornaamste reden hiervoor is natuurlijk brandveiligheid. Naarmate mensen meer in steden gingen wonen en de huizen dichter op elkaar gingen zetten werden er meer dakpannen gebruikt. Die trend is nog steeds te zien vandaag de dag. Denk maar eens aan de huizen die u kent welke een rieten dak hebben. Dit zijn vooral boerderijen ver van de dichtbevolkte steden, welke bij brand geen gevaar zouden opleveren voor omliggende panden. Verder denkt u misschien aan vrijstaande villa’s in steden en dorpen, dan met name gemeentes zoals Wassenaar, of Laren, waar veel rijken wonen, welke ook nog wel eens een rieten kap hebben. Toch zijn deze daken niet zo brandgevaarlijk als hun soort genoten uit de middeleeuwen. Vandaag de dag worden er namelijk bepaalde methodes toegepast en materialen gebruikt, waarmee de brandveiligheid kan worden gegarandeerd. Veel verzekeringen stellen bijvoorbeeld de brandvertragende middelen verplicht. Deze brengt men aan op de buitenkant van een dak, die de verspreiding van vuur vertragen. Maar ook zijn er vaak sprinklerinstallaties te zien op rieten daken, bijvoorbeeld die bij de Efteling. Deze staan in verbinding met een rookmelder, welke bestaat uit een glasvezelkabel die door het hele dak loopt en zullen bij brand het riet nat maken.